De basis van de maquette vormt een ondergrond van multiplex en geïmpregneerd zachtboard, waarop meestal één blok wordt gebouwd.
De dikte van de ondergrond is afhankelijk van de hoogteverschillen in het terrein.
Voor het water in rivieren, kanalen en grachten is gekozen voor een kleur groenachtig-bruin. Met opzet is niet gekozen voor blauw omdat er volgens een bekende Weense wals maar één rivier blauw is, en dat is de Donau.
De stad
Zowel de huizen in een rij als ook de losse grotere gebouwen kunnen van lindenhout of papier gemaakt worden. De keuze wordt vaak bepaald door de structuur van het gebouw. Als een huis van hout wordt gemaakt dan wordt het blokje beplakt met de uitgesneden gevel van papier. Zo ontstaat er reliëf in de gevel.
Daarna worden nog brandwerende muren, dakgoten, dakkapellen en andere details toegevoegd.
Alle gebouwen krijgen voor zover bekend de kleuren die ze in 1867 hadden. De gevels en vooral achtergevels die niet bekend zijn, worden in dezelfde kleur mee geschilderd zonder invulling van ramen en ornamenten.
De vestingwerken
De vestingwerken worden gemaakt van zachtboard waarin de profielen worden uitgesneden. Daarna wordt het board geïmpregneerd en geschilderd. In de nog natte verflaag wordt fijn zand gestrooid. Na droging wordt het teveel aan zand voorzichtig verwijderd en krijgt het geheel een donkergroene kleur. De muren met hun poternes en schietgaten worden op papier uitgetekend, uitgesneden en ingekleurd en daarna op de juiste plaats tegen de helling gelijmd.
De buitengebieden
De gebieden buiten de vestingwerken bestaan voor een groot gedeelte uit landbouw- en weidegronden. Omdat niet exact bekend is waar zich eventuele boomgaarden bevonden of waar akkerbouw plaatsvond, wordt gekozen voor een effen groen gekleurde ondergrond. Mocht nog bekend worden hoe in 1867 de gronden gebruikt werden dan kan dit altijd nog worden aangepast.
Naar Vorderingen
Naar Home